Gitaar

De gitaar is een snaarinstrument waarop je de snaren met je vingers bespeelt. Tokkelen heet dat. Aan onze academie leer je een klassieke gitaar bespelen. Die heeft zes nylon snaren. (Dat is het meest opmerkelijke verschil met een folkgitaar die metalen snaren heeft en bespeeld wordt met een plectrum)

Als je een snaar aanslaat en weer loslaat, gaat die trillen en maakt geluid. Ongeveer zoals een elastiekje ‘ploink’ zegt als je het strak trekt en weer laat schieten. De holle kast van de gitaar (de klankkast) versterkt het geluid van de snaren.

Op de gitaar kan je verschillende noten tegelijkertijd spelen: daardoor is de gitaar een klein orkestje op zichzelf.
Daarnaast kan je samenspelen met andere gitaren en instrumenten of kan je zingen en jezelf begeleiden. Gitaren komen niet voor in een groot orkest. Wel kan een gitarist als solist samen met een orkest spelen in een gitaarconcerto.

De gitaar heeft een enorm brede waaier aan speelstukken: van muziek uit de middeleeuwen, over barok, klassieke en romantische muziek tot Spaanse en Zuid-Amerikaanse dansen tot hedendaagse muziek, jazz en popmuziek.
Gitaarspelen vraagt een fijne motoriek. De partituren van gitaristen zijn meerstemmig (verschillende noten staan boven elkaar geschreven) en daardoor best wel ingewikkeld.

In tegenstelling tot de strijkinstrumenten staan er op de hals van een gitaar ‘frets’. Een fret is een smal metalen staafje dat de juiste plaats van de noot op de hals van de gitaar aangeeft.

Je koopt het instrument best in overleg met de leraar. Je kan geen gitaar huren op onze school. De richtprijs voor een degelijke beginnersgitaar ligt tussen 300 en 450 euro.